Maandagavond. Frankrijk. Lille. l’Aéronef. Damien Rice.
Het werd één van de beste concerten ooit.
Ik was bang dat het fragiele van sommige nummers live verloren zou gaan.
Maar niks was minder waar. Ze werden naar een nieuw, nog straffer niveau getild.
Niet in het minst door zangeres Lisa Hannigan.
Rice opende met Accidental Babies.
Kippenvel vanaf de allereerste noot. Niet toevallig ook één van mijn favoriete songs uit zijn meest recente album ‘9’.
Bij Cannonball nam hij de term ‘unplugged’ wel vrij letterlijk. Zonder microfoon zong hij de eerste regels op de rand van het podium.
Voor Eskimo ging hij zelfs gewoon op de grond zitten. Kwestie van de tekst helemaal tot z’n recht te laten komen: “I look to my eskimo friend, when I’m down, down, down.”
Hij rookt op het podium. Hij maakt een fles rode wijn soldaat (hoe kan je beter in de stemming komen voor Cheers Darlin’?). Hij voert een ellenlange monoloog over Jacques Brel en Ne Me Quitte Pas én de manier waarop hij daar zijn eigen versie van gemaakt heeft (If You Leave Me Now). En hij spreekt vrij vloeiend Frans. Zijn Iers accent maakt het nog net iets charmanter.
Ik haat bis-nummers. Maar in dit geval mag je die gerust ‘deel 2 van het concert’ noemen. Hij ging nog 45 minuten door. Tot aan The Blower’s Daughter, een nummer waar velen op stonden te wachten. (Jammer dat je toen al in de auto op weg naar huis zat, L., maar het klonk een beetje zoals hieronder…)
Een fotoreportage van Damien Rice & The Magic Numbers vind je hier.