Jawel.
Het is niet enkel een song van N’Sync.
Het waren ook de woorden die ik gisteren uitsprak toen collega Thibaut de Donnadeur achter zich dichttrok, om meteen met een andere bij StuBru in huis te vallen.
Ik zou hier allerlei toffe anekdotes over hem kunnen neerschrijven.
Maar ach, laten we vooral niet in leugens vervallen.
Alle gekheid op een stokje: Thibaut is het soort mens (jawel) waarmee ik graag witse-pingpong speel. Niet duidelijk? De ene lanceert een (flauwe) grap en de andere speelt er op in. En voor je het weet ben je in het soort gesprek verwikkeld waar de rest van de wereld een beetje verbaasd (en jaloers) naar staat te kijken. Thibaut is het soort mens waar andere mensen van zeggen: amai, da is ne raren.
Maar laat ik rare mensen nu graag hebben.
Voor de rest is het ne ferme klootzak.
Update: net de 3de zin van deze post herlezen en tot de vaststelling gekomen dat sommige mensen verkeerdelijk zouden kunnen denken dat ‘de Donnadeur’ de achternaam van Thibaut is. Voor alle duidelijkheid: dat is niet zo. Waarmee ik nu ook niet bedoel dat ‘niet zo’ zijn achternaam is. Enfin. Genoeg witse-pingpong voor vandaag.