Hoe ben ik er in hemelsnaam bij gekomen om Els Aeyels een column voor deze blog te laten schrijven?
Wel, het begon ongeveer een half jaar geleden.
Toen liet ze mij onderstaand stukje lezen.
En kijk, een aantal weken later lacht de eeuwige roem haar al toe.
Omdat het jaar er toch bijna op zit: een terugblik naar die allereerste column, waarmee het allemaal begon.
Weet je wat mijn probleem is? Ik ben verwend! Niet dat ik elke week “just for fun” 35 paar schoenen koop en nooit twee keer dezelfde Gucci-jurk aantrek naar een society-feestje. Als ik op vakantie ga, is dat niet met mijn jacht en ik heb geen privéjet om mijn kok over te vliegen. Ik weet wat een brood kost en wanneer de koopjesperiode begint en als wij met zijn vijven in de auto kruipen, is dat niet alleen omdat BOB ons veilig thuis brengt, maar ook omdat benzine meer kost dan we willen betalen.
Ik ben EMOTIONEEL verwend. Dat is me nog maar es duidelijk geworden toen twee van mijn oudste en beste vriendinnen afgelopen weekend na een wedstrijdje bowlen probeerden om me terug aan het schrijven te krijgen. Voor de zoveelste keer werd me ingepeperd hoeveel talent ik heb en wat ik de wereld kan bijbrengen en dat ik moet doorzetten en dat ze onvoorwaardelijk in me geloven.
Dat weet ik, zei ik en daarom wil het juist niet lukken. Hoe meer mensen achter je staan, hoe meer faalangst je krijgt. Het is dezelfde druk als die vlak voor dat verschrikkelijke wiskunde-examen waarvan je moeder zei dat het wel goed zou komen, wat jou alleen nog banger maakte want als iedereen dacht dat het zo’n makkie was dan moest je wel een idioot zijn om het te verknallen.
“Maar we willen je helemaal niet pushen. Ook als het niet zou lukken, zullen we nog altijd van je houden hoor”, spraken de zelfverklaarde literatuurkenners. Precies, dacht ik en daarmee is het helemaal bezegeld. Waarom zou ik tijd en moeite steken in een vreselijk werkje als schrijven, als ik het eigenlijk nergens voor nodig heb?
Ik HEB geen trauma’s te verwerken. Ik ben niet verwaarloosd als kind, ik ben niet zwanger geworden op mijn zestiende en van school afgegaan, ik heb nog nooit honger geleden en als ik vandaag uit mijn huis wordt gezet, zal ik waarschijnlijk nog een aantal behulpzame mensen beledigen omdat ik hen moet uitleggen dat nog twintig anderen me onderdak hebben aangeboden.
Ik hoef geen boek te schrijven om aandacht te krijgen. Ik heb het altijd goed kunnen vinden met mijn ouders, mijn buren, mijn werkgever, tegen wie zou ik me moeten afzetten? Ik hoef niks te bewijzen om graag gezien te zijn. Ik HEB geen problemen, tenzij luxeproblemen. Zoals twee vriendinnen die al een vertaler aan het zoeken zijn voor een boek dat nog niet is geschreven.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...